Zandwinning en natuurontwikkeling: eerst een gedegen onderwaterlandschapsplan

De zandwinners hebben deze zomer bij de minister gepleit voor onderzoek naar mogelijkheden om zandwinning en natuurontwikkeling te combineren. In onze berichtgeving daarover hebben wij ons positief geuit over deze intentie. De IJsselmeervereniging is daarmee niet voor zandwinning in het IJsselmeergebied, maar wel voor een onderzoek naar het ecosysteem onderwater. Hieronder een niet eerder gepubliceerd artikel van bestuurslid Frans de Nooij over het dilemma: zandwinning of natuurontwikkeling.

De tegenstand tegen de zandwinning was groot. (© M. Bojang)

Balkster Courant 23 december 2020

Helaas riep het nieuwsbericht van 2 juli hier en daar het misverstand op dat de IJsselmeervereniging so wie so voor zandwinning in het IJsselmeergebied zou zijn. Dat is niet het geval. Voor de duidelijkheid: er staat daar niet dat wij voor zandwinning zijn, maar dat wij voor een onderwaterlandschapsplan zijn om het milieu voor vissen en vogels, maar ook voor zeilers en andere watersporters die veel last hebben van waterplanten sterk te verbeteren.

De zandwinners willen graag “meewerken aan het zoeken naar win-win situaties in samenhang met robuuste klimaatoplossingen en ecologische structuren voor het onderwaterleven”. Daar kunnen wij dus niet tegen zijn. Het onderzoek daarnaar zal moeilijk zijn, zoals de bioloog Harm van der Geest in het onderstaand artikel uitlegt. Maar het is wezenlijk belangrijk het toch aan te pakken. Als de symbiose tussen zandwinning en natuurontwikkeling dan niet blijkt te bestaan is de IJsselmeervereniging tegen zandwinning buiten de vaargeulen. Maar elke kans om de natuur en de vaarmogelijkheden voor zeilers en andere vaarders te verbeteren moet serieus worden bekeken. Daarom is het uiterst teleurstellend dat de minister van IenW hier de boot duidelijk afhoudt in plaats van dit verzoek serieus te nemen en aan de slag te gaan met een studie.


Zandwinning en natuur. Een vechtscheiding of een verstandshuwelijk?

Frans de Nooij

Zandwinning is zelden een thema dat de gemoederen bezig houdt. Dat is ook wel logisch want het gebeurt onder water er er is weinig van zichtbaar. Behalve recent toen de firma Smals een zand-industrie eiland wilde bouwen in Natura 2000 gebied. Door een volksopstand in zuid west Friesland werd dat verijdeld en de firma Smals is nu op zoek naar natuurvriendelijke manieren om zand te winnen. Zo zijn alle zandwinners bezig, blijkt, want zij schreven in juni een brief aan de minister van I&M met het verzoek de leiding te willen nemen voor een project waarin gekeken wordt of zandwinning en natuurontwikkeling een zinnige symbiose zouden kunnen doormaken. De minister heeft daar helaas zeer terughoudend op gereageerd en het idee doorverwezen naar het Bestuurlijk Platform IJsselmeer. Een echte kluit in het riet dus!! Toch lijk het een mooi idee om, als er daadwerkelijk veel zand zou moeten worden gewonnen natuurbelangen zo goed mogelijk in de planvorming mee te nemen.

Kennis van de onderwaterbodem

Het lijkt een mooi idee een grootschalig plan te maken voor de inrichting van de bodem van Markermeer en IJsselmeer. Waarom alleen voor het land plannen maken? Een dergelijk plan zou natuurlijk onderdeel moeten uitmaken van een omvattende ecosysteemvisie van het IJsselmeergebied. Want we constateren dat er nu op een aantal plekken veelbelovende plannen worden gemaakt om de natuur te versterken, maar dat een visie op het totale gebied ontbreekt. En dus een goed beoordelingskader van deze plannen in hun geheel. Dat zal er so wie so moeten komen om alle mogelijke plannen voor recreatie, energie e.d. te kunnen toetsen, maar ook om met de zandwinners in gesprek te kunnen gaan.

Harm van der Geest, bioloog bij de UvA en ervaren onderzoeker van het IJsselmeergebied zegt er desgevraagd het volgende over:” Er is te weinig bekend over de betekenis van de onderwaterbodem voor het ecosysteem. Het meersysteem ademt mee met het landschap van de oeverzone. Dat is schakel tussen land en water. Maar het gaat dus niet alleen om de onderwaterbodem maar om het hele ecosysteem dat daarop gestoeld is. Daarover moet onze leercurve scherp omhoog willen we de vraag van de zandwinners kunnen beantwoorden. Een goed onderzoeksprogramma is essentieel om vast te stellen hoe je de natuur effectief kan versterken. Het gaat er dan een proces van voortschrijdend inzicht te organiseren. Wellicht via een living lab constructie.

Of de winning van zand tot een waterbodem kan leiden die nieuwe kansen biedt kunnen we nu dan ook niet zeggen. Daar zal proefondervindelijk naar toe moeten gewerkt. Hopelijk komen er monitoringsresultaten van de zandputten die zijn gemaakt om de Marker Wadden op te spuiten. Daarbij zou speciale aandacht besteed zijn aan diepte en vormgeving”. Of dit ook echt resultaat heeft gehad kon Natuurmonumenten desgevraagd overigens nog niet zeggen.

Dat we nog maar aan het begin staan kennis over positieve systeemverandering en de rol van de bodem daarbij leert de geschiedenis van de Marker Wadden. Dat we in het pioniersstadium aan interessante vogels zien haalt vaak het nieuws. Maar het is nog volstrekt onduidelijk wat we op lange termijn gaan bereiken. Vreemd genoeg was bij de aanvang van het proces geen substantieel monitoringsprogramma voorzien. Doordat verschillende onderzoeksinstellingen contact zochten ontstond echter de onderzoeks “commune” KIMA. Deze komt in 2022 met een eerste rapport. Maar zeker is dat er meer tijd nodig is voor het trekken van goede conclusies. Onzeker is echter of het monitoringsproces op deze manier kan worden voortgezet. Terwijl juist goede verslaglegging over de resultaten essentierel is om goed zicht te krijgen op de gewenstheid van verdere ontwikkeling van de archipel.

Wat nog een extra motief is voor de noodzaak van een onderwaterlandschapsplan zijn de problemen die de watersport heeft met de groei van grote waterplantenvelden, die varen vaak onmogelijk of gevaarlijk maken. Zoals ik ook zelf heb ervaren door me mijn schip volkomen vast te lopen in een niet gemarkeerd waterplantenveld. Dit probleem speelt voor de Randmeren en de westkant van het Markermeer. In recente voorstellen om hier iets aan te doen komt, naast het maaien ook het verlagen van grote delen van de onderwaterbodem naar voren als mogelijk oplossing. Ook hier geldt dat er wellicht een verstandshuwelijk mogelijk is tussen de gewenste natuurontwikkeling en zandwinning ten behoeve van de bevaarbaarheid. Ook deze mogelijk verdient serieuze bestudering.

Is grootschalige zandwinning echt nodig?

Binnen de IJsselmeervereniging zijn we van mening dat zandwinning in het IJsselmeergebied, zoals de laatste jaren gebruik is, bij voorkeur alleen moet plaatsvinden door het uitdiepen van de vaargeulen en het oplossen van knelpunten. De zandwinners verwijzen echter naar de grote verstedelijkings- en mobiliteitsopgave en verwachten grote vraag naar zand uit het IJsselmeergebied omdat ook zandwinning in de rivieren niet meer mogelijk is. Dat betekent voor ons dat er, naast een eventuele studie naar de natuuraspecten vooral grote behoefte is aan een onafhankelijke rapportage over de zandbehoefte. Zeker in het perspectief van verduurzaming van de bouw. Een dergelijke studie vergt een onafhankelijke insteek. Bij voorbeeld van het Planbureau voor de Leefomgeving. Waarbij natuurlijk ook de mogelijkheden van zandwinning op de Noordzee hoort te worden betrokken.