Het IJsselmeergebied in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI, 2020)

In de Nationale Omgevingsvisie vinden we over het IJsselmeergebied alleen wat brokstukjes – en eilandjes – over de gewenste ontwikkeling. Is een “landschap van wereldklasse” er één met of zonder windmolens en zonneceleilanden? De Novi loopt keurig om deze vraag heen, maar het wordt de komende periode zeker een punt in een verhit debat.

Tekst Frans de Nooij (zie ook de Ledenspecial najaar 2020)

In de Nationale Omgevingsvisie zelf wordt helaas geen rechtstreeks beleid, laat staan een richtinggevende visie geformuleerd voor het IJsselmeer, maar in de bijgevoegde Uitvoeringsagenda kan je toch wel wat bij elkaar sprokkelen. Lees even mee.

Om duidelijkheid te krijgen over de ambities voor natuur en waterkwaliteit werkt het Rijk samen met de partners in de regio en kennisinstellingen aan de Gebiedsagenda’s Grote Wateren: Dus voor het IJsselmeergebied, de Zuidwestelijke Delta, het Waddengebied, en de Grote Rivieren ( Integraal rivierenmanagement). Gesteld wordt dat de Gebiedsagenda’s een integrale aanpak stimuleren door kansen en opgaven in het gebied te verbinden, zoals voor natuur, klimaatadaptatie, energietransitie, bereikbaarheid, cultureel erfgoed en economische functies. Het is de bedoeling dat hieruit een “richtinggevend perspectief” ontstaat voor 2050 en een gezamenlijke kennis-, innovatie- en uitvoeringsagenda voor maatregelen en projecten. Voor de Waddenzee is de concept agenda kennelijk dermate teleurstellend dat de Waddenvereniging onlangs besloot de samenwerking op te zeggen. Ook voor het IJsselmeergebied kan worden gesteld dat de in 2018 vastgestelde Agenda IJsselmeergebied 2050 een goed overzicht biedt van wat er speelt, maar nog onvoldoende richting aangeeft voor de gewenste ontwikkeling. Maar omdat er nu een overleg- en aanstuurstructuur (governance) is gecreëerd, die zal worden geïntensiveerd, zijn de kansen op een breed gedragen ontwikkelingsvisie en op een effectieve uitvoering wel groter. De discussie over de RES voorstellen lijkt een belangrijke test te gaan worden of een gedragen integrale visie kan worden bereikt.

In de NOVI zelf wordt dus weinig gezegd over het IJsselmeer. Eigenlijk alleen dat er een Agenda 2050 is, die fungeert als “richtinggevend perspectief”. Wel staan er op de grote plankaart bij veel dijken in het water zones aangegeven voor natuurontwikkeling. Deze gebieden komen overeen met de zones uit de Programmatische Aanpak Grote Wateren(PAGW). Dus de lopende studies voor de Friese Kust, de Wieringerhoek, Marker Wadden fase 2 (en verder?), Oostvaardersoevers en de Noord-Hollandse kust van het Markermeer. Toelichting ontbreekt echter in de Novi. Het kunnen suggesties voor eilanden zijn, maar ook voor rietmoerassen of onderwaterzones. Ook zijn enkele plekken voor energiewinning aangegeven. Zoals bekend heeft het creëren van brede dijklandschappen, zowel onder water als binnendijks de sympathie van de IJsselmeervereniging, maar zijn wij gekant tegen het strooien met eilanden! Open water meer waard voor later! Om de oude slogan “Marker Waard met water, meer waard voor later” maar eens te hergebruiken.

In de bij de NOVI horende Uitvoeringsagenda wordt iets meer duidelijkheid gegeven over de bedoelingen met het IJsselmeergebied. Gesteld wordt dat “het kabinet samen met de regionale overheden en maatschappelijke organisaties werkt aan toekomstbestendige grote wateren waarin hoogwaardige natuur samengaat met een krachtige economie”. Met diverse maatregelen wil het Rijk er aan meewerken “ontbrekende leefgebieden aan te leggen, het estuarien karakter van de Delta te versterken, de natuurlijke dynamiek terug te brengen en te zorgen voor geleidelijkere overgangen tussen land en water en zoet en zout en/of betere verbindingen tussen zee, estuaria en rivieren”. Ook worden de drie hoofdambities onderschreven die in de Agenda 2050 staan:” een landschap van wereldklasse, een toekomstbestendig water-en ecosysteem en het economische belang voor Nederland”.

IJsselmeergebied

Gesteld wordt dat om te voldoen aan de nationale en internationale afspraken er forse extra inspanning nodig is om het “doelbereik” voor de natuur te vergroten. De nationale ambitie is om in 2050 volledig aan de doelen van de Vogel- en Habitatrichtlijn te voldoen. Tot zover dan het goede nieuws. Want de Uitvoeringsagenda bevat natuurlijk ook voornemens over de energietransitie.

“Het landelijke gebied en de grote wateren gaan een grote bijdrage leveren aan vermindering van de CO2 uitstoot” stelt de Novi. De gevolgen van klimaatverandering moeten in overweging worden genomen bij de inrichting van deze gebieden. Ook water biedt volgens de Uitvoeringsagenda ruimte voor energieproductie, zowel voor productie van warmte (Aquathermie) als van elektriciteit. Datzelfde heeft overigens minister Wiebes ook gezegd in een recent overleg met de Kamer over zonne-eilanden. Hij stelde daar water niet uit te kunnen sluiten voor de plaatsing van zonnecellen en wacht voor een standpuntbepaling op een onderzoek naar de effecten van zonnecellen op de natuur.

Gelukkig kiest de Novi ervoor om de klimaatdoelstellingen voor de periode 2030-2050 voor het grootste gedeelte van de energieproductie te realiseren door middel van windparken op de Noordzee. Hoe dat er uitziet laat het kaartje uit de Novi zien! Voor de plaatsing van zonnepanelen wordt in de Novi voorkeur uitgesproken voor plaatsing op gebouwen en onbenutte terreinen in bebouwd gebied, of op “restgebieden”, zoals waterzuiveringsinstallaties, zandwinplassen en bij infrastructuur.

Maar voor de inspanning tussen 2020 en 2030 is voorlopig het woord aan de Ressen. Dus de spanning tussen het streven naar een landschap van wereldklasse met een robuuste natuur en het streven naar hoe dan ook vergroening van de energieproductie is nog lang niet opgelost.

Als plaatsing in of bij natuurgebieden toch overwogen wordt geeft de Novi een aantal aanwijzingen. Er moet een expliciete afweging plaatsvinden tegenover andere waarden, zoals landschappelijke kenmerken, natuur, cultureel erfgoed, water en bodem en maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak. Het is van belang aandacht te besteden aan natuurinclusief ontwerp en beheer bij duurzame energieprojecten om verstoring of aantasting van natuur en biodiversiteit zoveel mogelijk te voorkomen zo wordt gesteld. Daarnaast ziet de Novi ook mogelijkheden de natuur te versterken door bijvoorbeeld onderwaternatuur te realiseren bij windprojecten op water.

Bestaande en voorgenomen/mogelijke windmolenparken op de Noordzee

Anders dan voor de Natuur worden voor het Landschap van het IJsselmeer, dat nergens wettelijk beschermd is, zoals gebruikelijk geen echte uitgangspunten geformuleerd of het moet zijn het streven naar grootschalige clustering van de productie van duurzame energie door windmolens, eventueel in combinatie met zonnevelden. Dat verminderd de “ruimtelijke afwenteling” wordt gesteld..

Blijft dus over de vraag: Is een landschap van wereldklasse er één met of zonder windmolens en zonneceleilanden? De Novi loopt keurig om deze vraag heen, maar het wordt de komende periode zeker een punt in een verhit debat.

Link naar Nationale Omgevingsvisie (NOVI) Hoofddocument