Project Wieringerhoek

Gezicht op Oosterland vanuit uitkijkpunt Den Oever

De IJsselmeervereniging is voor het zoveel mogelijk herstellen van de dynamiek in het IJsselmeergebied en staat dus in principe positief tegenover deze strevingen voor natuurherstel. Ook de landschappelijke en cultuurhistorische aspecten moeten daarbij speciale aandacht krijgen. Welke deskundigen worden hierbij betrokken? Denk bijvoorbeeld aan de 10 gouden regels van Frits Palmboom. En worden ook gebruikers (watersporters) en aanwonende burgers erbij betrokken?

Zienswijze IJsselmeervereniging bij de Startbeslissing en de Notitie Reikwijdte en Detailniveau

Kaart plangebied

In de startbeslissing wordt geconstateerd dat ”als een aanvullende inspanning achterwege blijft de ecologische toestand in de grote wateren dreigt te verslechteren”. Voor het IJsselmeer lijkt dit een understatement: de ecologische toestand is de laatste decennia al drastisch verslechterd. Over de oorzaken van deze verslechtering wordt te weinig gezegd, waardoor het ook vaak niet goed duidelijk wordt of de voorgestelde interventies leiden tot een wezenlijke oplossing van de oorzaken van de problemen. Voor het beoogde project Wieringerhoek worden drie ambities geformuleerd:

  • Omdat in het IJsselmeergebied veel van de Habitats die nodig zijn voor een gezond ecosysteem ontbreken wordt gemikt op het ontwikkelen van enkele duizenden hectares aan ondiepten met ondergedoken waterplanten, begroeide oevers met rietkragen en vloedvlaktemoeras dat een deel van het jaar onder water staat.
  • Daarnaast ligt er specifiek in dit gebied nog de opgave van de realisatie van de geleidelijke zoet-zout overgangen bij de sluiscomplexen. Nevendoel daarbij is de bescherming van de zoetwatervoorraad in het IJsselmeer. Hier ontbreekt in de aanpak aandacht voor de zoute kwel onder de Afsluitdijk. Zout komt niet alleen via de spuisluizen binnen!
  • Als meekoppelkansen zien de betrokken kustgemeenten graag de mogelijkheden om de kust beter te benutten als recreatieve zone, als woongebied met ruimte voor de natuur en aandacht voor de cultuurhistorie en voor de verduurzaming van de energieopgave.

De IJsselmeervereniging is voor het zoveel mogelijk herstellen van de dynamiek in het IJsselmeergebied en staat dus in principe positief tegenover deze strevingen. Wij vragen daarbij wel aandacht voor de mogelijkheden van een werkelijk integrale benadering, waarbij de mogelijkheden voor de ecologische opgave wezenlijk worden gematched met de wensen voor recreatieve voorzieningen. Dus ook een ruime interpretatie van de komende milieueffectrapportage. Misschien meer in de vorm van een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse. Gestreefd moet worden naar niet alleen voor de natuur het beste resultaat, maar ook algemeen maatschappelijk. Het nu beschikbare budget mag daarbij dan niet al te zeer leidend zijn. Het gaat immers om een project met lange adem.

Gelet op de recente, naar onze mening zeer slechte ervaringen met het Enkhuizerzand adviseren wij grote terughoudendheid bij de ideeën de buitendijkse kustzone recreatief te exploreren.

Inmiddels is ook duidelijk dat in het verdere denken ook rekening gehouden moet worden met de ideeën uit de Ressen! *)

In de Notitie Reikwijdte en Detailniveau **) wordt de ambitie nog eens herhaald. Maar in zeer algemene termen. Gesteld wordt dat uiteenlopende typen Habitats nodig zijn waarin een diverse vis en vogelpopulatie kan gedijen: paaien, opgroeien, voedsel vergaren, beschutting vinden en overwinteren.

Maar nergens wordt, gebaseerd op de instandhoudingsdoelstellingen Natura 2000, dit gespecificeerd. Voor welke vogels moeten dan die speciale verblijfs- en broedgebieden worden gecreëerd. En gaat het dan om trekvogels of bedreigde vogels die special in dit gebied broeden. Op welke vissen wordt gemikt en waarvoor. Voor commerciële visserij, voor sportvissers of voor voer voor vogels. Zonder deze specificaties wordt het straks moeilijk te beoordelen of de voorgestelde aanpassingen ook het goed doel dienen. Het lijkt gewenst hier expliciet aan te haken bij het (onderzoeks)project Natuurwinst Grote Wateren. Waardoor de mogelijkheid ontstaat de beoogde de natuurwinst concreter te benoemen en de resultaten te monitoren. Hierbij is het ook nodig de eventuele plannen af te stemmen op andere initiatieven in het grote IJsselmeergebied. Zoals de Marker Wadden, de Oostvaardersoevers, de verbeteringen aan de Friese Kust. En wat ons betreft ook de natuurwinst die kan worden bereikt door openingen in de Houtribdijk, waardoor een dynamische verbinding tussen IJsselmeer en Markermeer kan ontstaan.


In de notitie worden vier onderzoek alternatieven aangereikt. Wij hebben daarbij het volgende commentaar.

  1. Over dijken.
    Het gaat hier vooral om ideeën om per dijktype de mogelijkheden van natuurlijke overgangen zoals overstromingsgraslanden, helofytenmoeras en mogelijkheden achter de dijken te benutten. Het gaat dan voor al om de Wieringermeerdijk een veel natuurlijker “profiel ”te geven. Tussen Enkhuizen en Medemblik worden weinig veranderingen voorgesteld vanwege de vele vaarbewegingen.

    Dit komt het dichtst bij de aangegeven bedoeling van natuurlijke kusten en is bovendien het meest gericht op de mogelijkheden voorintegrale gebiedsontwikkeling. Vanuit de IJsselmeerverenging gezien lijkt dit een sympathieke mogelijkheid en gaat het vooral om een goede match tussen de te concretiseren ecologische bedoelingen en het recreatieve gebruik van de dijklandschappen.
  2. Tussen meer en zee.
    Het gaat hier om het creëren van een groot brakwaterleefgebied in het noordelijk deel, met een diversiteit aan geulen en ondieptes eventueel aangevuld met open, zandige eilanden die als rust en broedgebied voor vogels zouden kunnen worden gebruikt. Men denkt hier ook paai- en opgroeigebied voor vis te kunnen realiseren.

    Vanuit de IJsselmeervereniging lijkt het creëren van een brakwaterzone een goed streven, maar is het creëren van zandige eilanden een te los idee, mede gelet op de nautische belangen. Ook hier geldt: voor welke vogel wil men welke faciliteiten scheppen? En bestaan eigenlijk losse zandige eilanden of worden het toch forse constructies die het gebied van gedaante doen veranderen?
  3. Grote Kreupel.
    Het bestaande natuurgebied de Kreupel, nog niet zo lang geleden aangelegd en een belangrijk vogelbroedgebied zou kunnen worden uitgebreid en omringd met nieuwe oppervlaktes helofytenmoeras, ondieptes en overstromingsgraslanden. Door de gewenste oppervlaktes zijn echter de ondieptes rond de Kreupel onvoldoende en zullen ook op diepere plekken ondieptes en eilanden meten worden ontworpen. Hier lijken goede mogelijkheden voor recreatief medegebruik en ecotoerisme eventueel via de aanleg van een nieuwe haven. Ook zouden nieuwe spaarbekkens voor drinkwater in het plan kunnen worden opgenomen.

    Door de aantasting van een groot stuk open water en de onzekerheid of het scala aan overgangsgebieden waar vissen zich thuis voelen hier goed en duurzaam kan worden aangelegd reizen hier veel vragen en zijn wij intuïtief afhoudend. Kernvraag is dan: hoe groot is de behoefte aan broedgelegenheid voor vogels om hier een stuk open water aan op te offeren? Hier geldt dat het beter lijkt de noodzakelijke evaluatie van het ecologische resultaat van de Marker Wadden af te wachten alvorens (ook) hier een eilandavontuur op te tuigen. En voor een goede evaluatie zijn nog vijf tot tien jaar nodig.
  4. IJsselmeerarchipel.
    Met als referentie een kaart met ondieptes uit 1570 wordt in dit alternatief een beeld geschetst van een nieuw eilandenrijk met in de aan te leggen ondieptes en overgangszones rond de eilanden volop paai en leefgebied voor vissen en natuurlijk op de eilanden veel broedgebied voor vogels. Het ligt daarbij niet voor de hand in te zetten op grootschalig recreatief medegebruik wordt gesteld.

    De IJsselmeervereniging is op voorhand tegen deze ontwikkeling. Zowel uit landschappelijke overwegingen, het zoveel mogelijk behouden van open water, als vanwege de ernstige “hinder” voor de watersporters. Wij vinden dan ook dat deze variant niet meegenomen zou moeten worden bij verder onderzoek.

De Werkwijze
Gesteld wordt dat aan de hand van de MER, waarvoor een zeer uitvoerige checklist wordt aangegeven, voor de vier alternatieven gekeken wordt wat de meest effectieve en kansrijke (onderdelen van) de voorstellen zijn. Daaruit wordt dan een voorkeursalternatief gemaakt.

Het behoeft geen betoog dat in deze fase royaal ruimte moet zijn voor debat over de effectiviteit voor echt natuurherstel van de diverse voorgestelde ingrepen en aanpassingen en voor het opnieuw opzetten in breed verband van een voorkeursalternatief. Waarbij bijvoorbeeld de samenhang tussen de zoutopgave en de oeveropgave nog een onontgonnen terrein lijkt. Ook de beoordeling van de landschappelijke en cultuurhistorische aspecten vergt speciale aandacht. Welke deskundigen worden hierbij betrokken? Denk bijvoorbeeld aan de 10 gouden regels van Frits Palmboom. En worden ook gebruikers (watersporters) en aanwonende burgers erbij betrokken?

*) Bijvoorbeeld in de concept-RES van de gemeente Medemblik een windpark van 25 turbines

**) Voor de Notitie Reikwijdte en Detailniveau

Kaarten met inrichtingsplannen:
1 – Over dijken
2 – Tussen meer en zee
3 – Grote Kreupel
4 – IJsselmeer archipel

Vindplaats van de documenten: www.platformparticipatie.nl/wieringerhoek