Tweede Kamer wil nieuwe berekening zakkende Waddenzee

Ook voor het IJsselmeergebied is de toekomst van de Waddenzee van groot belang. De trekvogels zullen een alternatief om onderweg te rusten en te fourageren moeten vinden, anders is het gedaan met de beschermde trekvogel populaties van West-Europa. Hopelijk kunnen zij dan een goede bron van rust en voedsel vinden in het IJsselmeergebied. De IJsselmeervereniging diende in het kader van het het Nationaal Water Programma 2022 – 2027 een zienswijze in. Hierin vraagt zij aandacht voor de effecten de snellere zeespiegelstijging in de MER die volgens ons stelselmatig onderschat worden.

Zeepost – 21 december 2019 Wouter van Dusseldorp

Een meerderheid van de Tweede Kamer wil een nieuwe berekening van de effecten van de zeespiegelstijging op een zakkende Waddenzee. Onder aanvoering van Groen Links (Tom van der Lee) en de PvdA (Henk Nijboer) is daarvoor donderdag een motie ingediend. De berekening moet worden opgesteld door het KNMI.

Op de laatste vergaderdag van het jaar werd over de motie gestemd. Een meerderheid ligt voor het grijpen; er is steun van de coalitiepartijen D66 (Matthijs Sienot), CDA (Agnes Mulder) en ChristenUnie (Carla Dik-Faber).

De berekening van de zeespiegelstijging zijn van belang voor de gas- en zoutwinning. Als blijkt dat die een versterkend effect heeft kan de Tweede Kamer een stop afdwingen. Door de zeespiegelstijging vallen de zandplaten in het Waddengebied minder vaak droog. Dat heeft directe gevolgen voor foeragerende vogels, zoals de kanoet.

De Tweede Kamer eist een geactualiseerd zeespiegelscenario. Ze refereert aan de zorgen over de langzaam ‘verdrinkende’ Waddenzee. Om dit belangrijke Werelderfgoed te behouden moeten alle effecten ‘zo goed mogelijk in kaart worden gebracht’.

Lees het gehele artikel op de bron: LC


Uit: Zienswijze NRD Nationaal Water Programma 2022-2027, november 2019

De IJsselmeervereniging dient hierbij een zienswijze in naar aanleiding van het ontwerp voor de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) ten behoeve van het Milieu Effect Rapport (MER), dat wordt gemaakt in het kader van de opstelling van het Nationaal Water Programma 2022-2027.

De grote wateren in het IJsselmeer gebied, IJsselmeer, Markermeer/IJmeer, de Randmeren, Ketelmeer en Zwarte Water worden beheerd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dat betreft niet alleen de vaarwegen maar het hele gebied. De instandhouding van de natuur in die gebieden hoort daarbij.

De IJsselmeervereniging mist op pagina 12 (figuur 1) de samenhang met de planvorming voor de natuur, zoals de Natura 2000-beheerplannen. De beheerverantwoordelijkheid voor de grote wateren in het IJsselmeergebied maakt het noodzakelijk, dat ook de instandhoudingsdoelen voor de natuur (Natura 2000) een hoofdonderwerp van de MER zijn.

De tekst pagina 14 (§ 2.3.2) ‘Mogelijk gaat op termijn (na 2050) de zeespiegel sneller stijgen’ is een grove onderschatting van de huidige situatie en de komende ontwikkelingen. Op grond van de laatste gegevens van het IPCC is de wereldwijde snelheid van de zeespiegelstijging over de laatste tien jaar al gemiddeld 4,3 mm/jr. De huidige snelheid ligt rond de 5 mm/jr. Vergeleken met de snelheid die zonder klimaatverandering door menselijk handelen te verwachten is, is dat al meer dan een verdubbeling. Door het versneld afsmelten van de ijsmassa’s op Groenland en Antarctica zal die snelheid alleen maar verder toenemen. Door in het MER hier geen rekening mee te houden worden de effecten van de zeespiegelstijging stelselmatig onderschat. Pas in 2026 daar rekening mee gaan houden, zoals is gesteld in bijlage B op pagina 35 is veel te laat. Ook in het programma 2022-2027 zal volledig rekening moeten worden gehouden met de huidige stand van de kennis van de zeespiegelstijging zoals dit onder meer bekend is bij het KNMI.