Natuurproject Marker Wadden in strijd met staatssteunrecht

De Vereniging Gelijkberechtiging Grondbezitters (“VGG”) heeft het ministerie van infrastructuur en milieu en het ministerie van Economische Zaken op 7 april 2015 gesommeerd om de (financiële) steun voor het project de Marker Wadden, dat samen met de Vereniging Natuurmonumenten wordt uitgevoerd, te staken. Achtergrond van deze sommatie is dat de VGG, die zich inzet voor een level playing field tussen natuurbeheerders, naar aanleiding van eerder door de overheid verstrekte stukken, twijfelt over de verenigbaarheid van de steun aan de Marker Wadden met het staatssteunrecht.

Het ligt gezien deze twijfels op de weg van de overheid om de steun aan de Marker Wadden eerst bij de Europese Commissie aan te melden om te vernemen of deze steun toegestaan is. De Europese Commissie heeft eerder bevestigd dat financiële bijdragen van de overheid, aan projecten waarbij de Vereniging Natuurmonumenten betrokken is, onrechtmatige staatssteun kunnen inhouden. De Vereniging Natuurmonumenten verricht namelijk economische activiteiten en kwalificeert als onderneming. Door het verrichten van die economische activiteiten concurreert de Vereniging Natuurmonumenten met andere private partijen die zich toeleggen op aan natuurbeheer gerelateerde economische activiteiten. Op de Marker Wadden zullen waarschijnlijk economische activiteiten verricht worden zoals het uitbaten van een recreatiehaven en het ontvangen van bezoekers. Het project is dus niet alleen bedoeld om natuurherstel rondom van het Markermeer te bewerkstelligen. De betrokken overheden – het ministerie van infrastructuur en milieu, het ministerie van Economische Zaken en de provincie Flevoland – steken gezamenlijk meer dan € 30 miljoen in de Marker Wadden. Als de overheid geen gehoor geeft aan de sommatie dan zal de VGG overwegen een klacht in te dienen bij de Europese Commissie of een procedure te entameren bij de nationale rechter. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat alle overheidsinvesteringen teruggevorderd dienen te worden.

Voor nadere informatie over de VGG en de strijd van de VGG voor gelijke behandeling van alle natuurbeheerders kunt u de bijlage bij dit persbericht raadplegen.

Voor meer informatie kunt u tevens contact opnemen met prof. mr. T. Barkhuysen, advocaat van de Vereniging Gelijkberechtiging Grondbezitters (VGG), tel: 020 546 03 90.
Zie ook de website van de VGG: www.vereniginggg.nl.


Bijlage bij persbericht 8 april 2015

Voorgeschiedenis: de (onrechtmatige) bevoordeling van de Vereniging Natuurmonumenten en de Provinciale Landschappen

AMSTERDAM Sinds haar oprichting in 2009 zet de VGG zich actief in voor de gelijke behandeling van alle particuliere grondbezitters in Nederland. Aanleiding hiervoor is dat de Nederlandse overheden sinds jaar en dag de zogenaamde terrein beherende organisaties (“TBO’s”), zoals Vereniging Natuurmonumenten en de Provinciale Landschappen, bevoordelen bij de verwerving en het beheer van natuurgronden. De TBO’s leggen zich toe op het beheren van natuurterreinen. De bevoordeling van de TBO’s gebeurt onder meer door aan de TBO’s op grote schaal subsidies te verstrekken voor de aankoop van gronden en door aan hen gronden door te leveren om niet of onder de marktwaarde. Andere particuliere grondeigenaren komen niet in aanmerking voor deze steun en worden daardoor stelselmatig buiten spel gezet – dit terwijl zij een belangrijke private bijdrage kunnen leveren aan de natuurontwikkeling in Nederland. In het licht van deze flagrante discriminatie en concurrentievervalsing werd eind 2008 een staatssteunklacht ingediend bij de Europese Commissie over de verstrekking van aankoopsubsidies en de doorlevering van gronden om niet of onder de marktwaarde aan de TBO’s.

Na de indiening van deze klacht is zowel door de Europese Commissie als door Europese rechters meerdere malen bevestigd dat de TBO’s als ondernemingen kwalificeren. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de uitspraak van het Gerecht van de Europese Unie d.d. 12 september 2013 (T-347/09). Daarin bepaalt het Gerecht in een vergelijkbare Duitse zaak, in navolging van eerder beslissing van de Europese Commissie, dat TBO’s ook als ondernemingen, in de zin van het staatssteunrecht, kwalificeren. Het Gerecht overweegt dat deze organisaties economische activiteiten verrichten (bijv. toerisme, houtkap, jacht et cetera). Op Europees niveau staat dus vast dat de (financiële) overheidssteun aan de TBO’s in beginsel niet toegestaan is. Een uitzondering hierop vormt goedkeuring vooraf van de verleende steun door de Europese Commissie. Nu in het verleden nagenoeg alle aan de TBO’s verleende steun niet is aangemeld bij de Europese Commissie, is deze steun onrechtmatig.

De Marker Wadden als voortzetting van de (onrechtmatige) bevoordeling van de TBO’s

Desondanks gaan overheden door met de (vermoedelijk) onrechtmatige bevoordeling van de TBO’s, waaronder de Vereniging Natuurmonumenten. Het project de Marker Wadden is een goed voorbeeld hiervan. Dit project strekt slechts ten dele ten behoeve van natuurherstel rondom van het Markermeer. De VGG heeft eerder in 2013 op grond van de Wet openbaarheid bestuur om informatie over de Marker Wadden gevraagd aan het ministerie van infrastructuur en milieu en het ministerie van Economische Zaken. Uit de door die ministeries verstrekte stukken blijkt dat waarschijnlijk economische activiteiten (o.a. de aanleg van een recreatiehaven) verricht zullen worden op de Marker Wadden. De onderneming die deze economische activiteiten zal verrichten is vermoedelijk de Vereniging Natuurmonumenten aan wie de Marker Wadden in erfpacht zullen worden uitgegeven. Hiermee zou de Vereniging Natuurmonumenten door de verstrekte overheidssteun terzake van de Marker Wadden een sterkere positie krijgen ten opzichte van andere ondernemingen die zich ook bezig houden met aan natuurbeheer gerelateerde economische activiteiten.

Dit klemt temeer nu de Vereniging Natuurmonumenten niet op een transparante wijze is gekozen als beheerder van de Marker Wadden. Er is niet een openbare procedure gehouden waarbij de geschikte beheerders zich konden melden. Niet uitgesloten is dat een dergelijke procedure zou hebben geleid tot het kiezen van een samenwerkingspartner/beheerder die met minder overheidsgeld een project als de Marker Wadden wilde verwezenlijken en daarna beheren.

De (onrechtmatige) bevoordeling van de TBO’s moet stoppen

Gedurende de afgelopen anderhalf jaar hebben de TBO’s en de VGG onderhandeld over de intrekking van de klacht bij de Europese Commissie van eind 2008, waarbij goede afspraken voor de toekomst, en dus ook over projecten als de Marker Wadden, voorop hebben gestaan. De VGG stelde bovendien als randvoorwaarde een relatief klein deel van de onrechtmatig verleende steun wordt ongedaan gemaakt door de TBO’s. De betrokken overheden weigeren echter om gelijke behandeling van alle particuliere beheerders in de toekomst in de regelgeving te waarborgen. De TBO’s op hun beurt weigeren om op het punt van ongedaanmaking van de verleende steun enige concrete toezegging te doen. Zij willen niet erkennen dat zij onrechtmatige en ook discriminatoire steun hebben gekregen in het verleden. Bovendien gokken zij dat de Europese Commissie hun zal ontzien bij het behandelen van de klacht van de VGG omdat een bevel tot terugvordering van de aan de TBO’s verleende steun een grote klap zou betekenen voor het Nederlandse natuurbeleid.

Nu de onderhandelingen over de klacht van de VGG bij de Europese Commissie zijn mislukt, zal de VGG bij de Europese Commissie erop aandringen op die klacht voortvarend te behandelen. Tevens zal de VGG bij grote nieuwe schendingen van het staatssteunrecht en het gelijkheidsbeginsel overwegen om een (nieuwe) klacht in te dienen bij de Europese Commissie dan wel een procedure entameren bij de nationale rechter. De Marker Wadden behoren zonder meer tot de zojuist genoemde categorie van grote schendingen van het staatssteunrecht en het gelijkheidsbeginsel. De VGG hoopt echter dat de betrokken overheden voldoen aan haar sommatie en blijft bereid om met de betrokken overheden en de TBO’s een oplossing buiten rechte te bereiken.